Als de begeleiding uit de Awbz verdwijnt en er vanuit de Wmo vervangende diensten voor begeleiding worden geboden, zijn er nog flink wat knelpunten op te lossen.
Één daarvan is de palliatief-terminale thuiszorg. De indicatie voor palliatieve thuiszorg wordt afgegeven voor een persoon die terminaal ziek is en waarvan de verwachting is dat deze binnen enkele maanden komt te overlijden. Om onnodige administratie te voorkomen wordt de indicatie voor de duur van 1 jaar afgegeven.
Nu terug naar de Wet op maatschappelijke ondersteuning. In de dienstverlening vanuit de Wmo gaat het om meedoen in de samenleving. Deze activering is in de laatste levensfase niet op die manier van toepassing.
Verder spelen er veel emoties en complexe zorgvragen in deze fase. Daarom is het belangrijk dat er continuïteit van zorg en aandacht is. Om die reden is het noodzakelijk om de organisatie van de zorginzet in één hand te leggen en niet te veel verschillende professionals over de vloer te krijgen.
Kortom, een pleidooi om deze begeleiding in de Awbz te houden of nog beter over te hevelen naar de Zorgverzekeringswet. De kosten van deze periode passen immers prima in een verzekering en kunnen ook de effectiviteit tussen en van de verschillende mogelijkheden bevorderen. Onnodig lang in het ziekenhuis verblijven voorkomen en de beschikbaarheid van Hospices en palliatief-terminale thuiszorg bevorderen.
Goed georganiseerde palliatieve zorg tegen lagere kosten, tenminste wanneer deze niet wordt overgeheveld naar de Wmo.
Meer weten? Neem dan contact op met Astrid Buis.